In zijn boek ‘De transparante samenleving’ (2012) gebruikt de Zuid-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han opnieuw Michel Foucaults panoptische metafoor voor zijn uitleg van het concept ‘digitaal panopticum’. Deze nieuwe alomvattende zichtbaarheid waarin alles openbaar is, te beginnen met ieders privéleven, wordt bereikt met elektronische middelen, zoals sociale netwerken en diensten van Google (Earth, Maps, Glass en Street View) en YouTube.
Het internetverslaafde Zuid-Korea heeft de snelste verbindingen ter wereld en is de meest vooruitstrevende proeftuin van de transparante samenleving. Het land is een soort eldorado voor de homo digitalis, wiens mobiele telefoon een deel is geworden van de hand waarmee hij de wereld ‘verkent’.
Het panoptische toezicht van de disciplinemaatschappij functioneerde met het lineaire perspectief vanaf een centrale toren. De gevangenen zagen elkaar niet - en ook niet hun bewaarder - en zouden liever niet bekeken worden, om nog enige vrijheid te hebben. In het digitaal panopticum, daarentegen, gaat dat perspectivische aspect verloren: in de cybernetische matrix ziet iedereen elkaar en wil iedereen gezien worden. Het vaste observatiepunt van de analoge blik is verdwenen: observatie gebeurt van alle kanten. Maar de controle blijft, op een andere manier, en zal nog effectiever zijn. Want elk individu verstrekt aan anderen inzicht in zijn privésfeer, waardoor wederzijds toezicht ontstaat. Deze absolute openheid “degradeert de transparante maatschappij tot een controlemaatschappij. Iedereen controleert iedereen”, schrijft de filosoof.
(...) Het essay ‘De transparante samenleving’ sluit af met de stelling dat de wereld zich zal ontwikkelen tot een groot panopticum, zonder muren die binnen- en buitenwereld van elkaar scheiden.